Kruipen in de huid van de manager – varen in een luchtballon

Homan (2005) introduceerde het ballonvaardersperspectief. Als bestuurder en manager zweven we boven het landschap. We bedenken beleid vanuit de ballon. We geven zo nu en dan gas bij en droppen een zandzak: verandertrajecten, interventies, roadshows, werkconferenties, enzovoort. We veronderstellen daarbij vervolgens dat beleid over is gekomen bij de medewerkers, want de zandzak heeft toch echt het mandje verlaten…

Natuurlijk wilde ik dat perspectief zelf eens aan levende lijve ervaren. Kortgeleden mocht ik met mijn goede vriend Stephan Corporaal een ballonvaart maken over Twente. Het was niet geheel toevallig dat Stephan en ik dit samen deden. De afgelopen jaren hebben wij regelmatig gebruik gemaakt van het zogenaamde ballonvaardersperspectief in onze gezamenlijke projecten.

Beweging
Achter het ballonvaarderperspectief zit de aanname dat we als manager de koers en het landschap overzien, mensen regelmatig moeten aanzetten tot verandering en dat er verandermanagement nodig is om ‘hun’ in beweging te krijgen. Dat perspectief is het tegenoverstelde van het zogenaamde ‘organisatielandschapsperspectief’, waar verandering juist de meest natuurlijke zaak van de wereld en is verandering iets dat continu gaande is. Volgens dit perspectief loop je een gerede kans dat je dat de natuurlijke veranderingsdynamieken in het landschap, die continu gaande zijn, eerder verstoort met interventies van buiten de werkcontext – de ballon – dan echte verandering tot stand brengt.

Management
Wij hebben in de ballonvaart ervaren wat managers en bestuurders zien en doen. Een uitstekend gevoel voor gas bijgeven en gas minderen (gasmanagement) blijkt essentieel om op de hoogte te blijven. Daarnaast kunnen weersomstandigheden elk moment de vaart radicaal verstoren. Een nauwkeurige voorbereiding van de omstandigheden in de atmosfeer (dashboard management) is cruciaal. We leerden dat de verdeling van personen over de compartimenten van de luchtballon essentieel was om als ballonvaarders überhaupt te blijven varen (diversiteitsmanagement). Tijdens het dalen van de luchtballon in Enter en Rijssen ontdekten we dat honderden mensen onze aandacht proberen te trekken (aandachtsmanagement). De afstand tussen de mensen en ons was helaas net te groot om een ‘goede dialoog’ te voeren. Het koste ons grote moeite om ook in gesprek te komen met deze nieuwsgierige toeschouwers, naast de vele jonge honden die uit zichzelf naar ons toestroomden (dialoogmanagement). Kortom: er blijkt nogal wat gemanaged te moeten worden.

Leerpunten
Na de ballonvaart vroegen we de ballonvaarders naar de vier belangrijkste leerpunten voor managers. De eerste is dat ‘de koers’ vooral bepaald wordt door luchtstromingen. Benut die luchtstromingen. De tweede is gasmanagement. Gas erbij, gas eraf. Dat subtiele spel vraagt om zeer diepe ervaring met landschap: dat verdient duizenden ervaringsuren. De derde is meer naar onderen kijken. Alleen al vanwege hoogtevrees kijken de meeste onervaren ballonvaarders vooral vooruit. Maar veel minder aandacht wordt besteed aan het landschap: de analyse van wat de gedropte zandzakken nu eigenlijk veroorzaken in het landschap. Kijk iets vaker naar onderen! De vierde is voorbereid zijn op de onbekende landingsplaats: door windstromingen is die landingsplaats tot het laatste moment een verrassing. Dat vraagt de organisatie van een hulpteam die in een sneltreinvaart zich door het landschap kan bewegen, elk moment radicaal van koers kan veranderen en bij landing klaarstaat om het ballonvaarder team en het lokale landschap te verbinden.

Dat onverwachte lokale landschap bleek in ons geval Rijssen. Een dertienjarige jongen sprong vooruit in het landschap om ons te helpen bij het opruimen van ballon. We vroegen waarom hij en dertig vriendjes klaarstonden: “voor het imago van Rijssen natuurlijk!”

Heb jij wel eens een ballonvaart gemaakt? Welke inzichten heb jij opgedaan? Is jouw blik op management veranderd?

Tom Morssink

tmorssink@hotmail.com
No Comments

Post a Comment